dinsdag, januari 31

De opdracht was in het begin heel erg onduidelijk. Bij de laatste les kwam steeds meer duidelijkheid naar voren. Wij gingen positief en gedreven aan de slag.

Wij hebben veel tijd gestoken in de opdrachten van beeldend vorming. Het verliep niet helemaal zoals het zou moeten horen. Er stopte onverwachts iemand en Daphne was steeds niet helemaal fit. Wij konden daarom ook niet veel doen en hebben het uitgesteld, totdat Daphne weer wat beter was. Wij hebben met zijn alle steeds afgesproken op  school, zodat we konden overleggen en bespreken wie wat zou doen. Wij hebben er wel veel tijd in gestoken en aandacht aan gegeven.

Wij hebben geoefend met de dimensies en labelen. Dat vonden wij in het begin nog wel lastig, maar nu hebben wij een flinke categorie van elke dimensie. Wij hebben dimensie 4d ( bewegende beelden) weinig in het blok geplaatst, maar wij begrijpen dit wel.  Ook hebben wij de drie periodes (modern, postmodern, klassiek) toegepast in de beelden. In het begin vonden wij dit nog wel moeilijk, maar wij zijn er steeds beter in geworden.
Onze visie is zeker ontwikkeld in het vak beeldend vorming. 


Ook hebben wij geleerd dat een beeld niet zomaar een beeld is. Wij hebben geleerd dat er in een beeld allerlei beeldaspecten zitten en daarbij hebben wij geleerd dat de beelden allerlei ontwikkelingsfases horen.


Wij hebben de beelden gekozen, omdat vinden dat deze beelden het beste passen bij de fases en bij ons thema. Wij hebben geen beelden vervangen door andere beelden. 


Wij hebben erg genoten van deze opdracht en zijn heel blij met het eind resultaat!
Lesvoorbereiding

Naam
Daphne, Rosanne, Gabrielle
Groep

ICO
(Stagebegeleider)

Praktijkschool
-
Groep

Mentor

Activiteit
Les beeldende vorming
Datum


Verantwoording (waarom ga je dit doen)
Beginsituatie

Het thema voor onze blog is dieren. Wij moeten hierbij een beeldende vormingles geven. De kinderen weten al goed hoe de dieren eruit zien. Daarom gaan we hier wat dieper op in.
Doelstellingen
Wat moeten de leerlingen aan het einde van de les geleerd hebben? Formuleer je doelen SMART.
We gaan het hebben over karaktereigenschappen en het versterken hiervan. Zoals een leeuw stoer, een puppy schattig en een slang gemeen. Daarna gaan we het erover hebben hoe je deze elementen kunt versterken. Als de kinderen een idee hebben hoe je zo’n element kunt versterken om het meer naar voren te brengen (hoe gebeurt dit in films bijvoorbeeld?) daarna gaan we het over de uitvoering hebben. Het is Kinderboekenweek dus moeten ze het dier verbinden aan een superheldenmasker. Ze moeten van te voren schetsen wat voor superheld ze willen zijn en welke eigenschappen die heeft, verbonden aan een dier.
Evaluatie
Benoem van elk doel hoe en wanneer je vaststelt of dit is behaald.
Het doel is behaald als ze de karaktereigenschappen van het dier als superheld naar voren weten te brengen in het zelf gemaakte masker.

Werkwijze en middelen (hoe en waarmee ga je dit doen)
Didactische Werkvormen
Wat doe jij?
Hoe wordt de leertijd gebruikt:
  leerkrachtgestuurd F
F leerlinggestuurd 

Wij houden het gesprek, leiden het in, leggen uit wat karaktereigenschappen zijn en leggen uit hoe ze het masker moeten maken.

Ze doen mee aan het gesprek en maken daarna het masker


Digibord, voorbeeld en verder de knutselspullen.




Leeractiviteiten
Wat doen de leerlingen?
Instructie-middelen
Welke middelen gebruik jij?
Leermiddelen
Welke middelen gebruiken de leerlingen?

Organisatie (Aan welke praktische zaken moet je denken bij de uitvoering; maak eventueel een schets van de ruimte)
Vooraf
Wat moet klaarliggen? Waar kunnen leerlingen spullen zelf pakken?
Scharen, lijm, papier, versiersels






Bakken om het in op te ruimen
Tijdens
Moet de organisatie aangepast worden? Waar leggen de leerlingen hun product?
Na afloop
Zorg een rustige overgang naar de volgende les.
Lesopbouw
(wat ga je precies doen)

Keuze lesmodel

Didactische Analyse
x
Activerende Directe Instructie

Ander model, namelijk:


benoem hieronder in de eerste kolom
de fasen die horen bij het gekozen lesmodel
Aanvullende vakdidactische eisen
·          
DA
ADI
1 Inleiding

2 Kern

3 Afsluiting
1 Terugblik
2 Oriƫntatie
3 Uitleg
4 Begeleide inoefening
5 Zelfstandige verwerking
6 Evaluatie

continu: REFLECTIE

lesfase
tijd
activiteit
Introductie


Uitleg




Zelfstandig aan de slag


Evalueren
10 min

10 min



30 min



10 min
Eerst hebben over karaktereigenschappen bij dieren, daarna de link leggen naar superhelden.


Uitleggen wat de opdracht is en wat de eisen eraan zijn. Uitleggen hoe de schets en het masker gemaakt moeten worden. Daarna ze aan de slag zetten

De kinderen de schets laten maken (en zelf controleren doormiddel van de schets of ze het dan begrepen hebben) en ze daarna aan het masker laten beginnen.


Snel opruimen en daarna kort laten zien wat ze hebben gemaakt en op wat voor manier de karaktereigenschappen vergroot zijn.
Welkom,

Het onderwerp van ons blog is dieren. Dit is een opdracht van beeldende vorming.
Dit hebben wij gekozen, omdat dieren in elke periode een rol spelen. Een duidelijk onderwerp voor beeldmateriaal uit de klassieke, moderne en postmoderne tijd. Ook vinden wij het belangrijk dat het thema past bij de belevingswereld van kinderen.

Wij open dat u geniet van ons blog!

Daphne, Gabriƫlle, Rosanne


maandag, januari 30

Ontwikkelingsfasen volgens Parson met vragen


Ontwikkelingsfasen volgens Parson

Modern: Nijntje

Ik denk dat de afbeeldingen van Nijntje in fase 1 zit: favoritisme. Het plaatje roept associaties op bij kinderen, ze zien een konijn en gaan daarover associƫren. Door de felle kleuren die worden gebruikt kan dat emoties oproepen bij kinderen.
Het beeld is gestileerd, toch zien kinderen dat het een konijn is. Want ze hebben een konijn als knuffel, staat in een boekje, zien ze in de winkel of hebben ze thuis. Het sluit dus aan bij de belevingswereld van kinderen. Het is mooi omdat het iets mooi toont. En is slecht als het iets slechts toont.
Ik denk dat het nog niet in de tweede fase zit, omdat je bij Nijntje niet gericht bent op de details in het beeld omdat Nijntje zo gestileerd is en (bijna) geen details heeft.   Nijntje is niet ‘fotografisch realistisch’ maar het is ook niet ‘schematisch’ weergegeven zoals bij kubistische werken.
Vragen:
Wat zie je hier? (startvraag)
Hoe zie je dat het een konijn is? (onderzoeksvraag)
Vind je het mooi? (analysevraag)
Wie heeft er wel eens een konijn gezien/ geaaid? Wat vind je daarvan? (vraag die leidt tot een oordeel)
Antwoorden op vragen:
Wat zie je hier: Je ziet een konijn!
Hoe zie je dat het een konijn is: Door de lange oren, bol gezichtje en klein lijfje en doordat hij wit is.
Vind je het mooi: Ja, want hij ziet er lief uit.
Heb je wel eens een konijn gezien/geaaid? Ja, ik heb wel eens een konijn geaaid bij de kinderboerderij er waren daar heel veel dieren. Ook geiten, muisjes enz enz. De  buurvrouw heeft ook een konijn, hij is heel zacht enz. enz.

Post-modern: Puppy

Ik denk dat de Puppy bij fase 3: het expressieve stadium past. Dat denk ik omdat je bij dit beeld je van alles af zou kunnen vragen. De een zal dit wel mooi vinden en de ander niet. Dit kunstwerk nodigt uit tot praten. Wat zou de bedoeling zijn van de maker? Waarom is de puppy zo groot geworden? Waarom zijn er bloemen gebruikt? Maakt hij wel vaker zulke grote kunstwerken en waarom zou dat zijn? Waarom heeft hij een puppy gemaakt?
Een belangrijk criterium bij deze fase is originaliteit en authenticiteit. Dit kunstwerk is typisch voor deze kunstenaar. En dit kunstwerk is ook zeker niet alledaags.
Vragen:
Waarom zou de kunstenaar de puppy hebben gemaakt? (startvraag)
Wat zou de kunstenaar bedoeld hebben met de puppy?  (vraag die leidt tot een oordeel)
Hoe dragen de kleuren van de puppy bij aan wat je van de puppy vindt? (analysevraag)
Waarom zouden er bloemen gebruikt zijn en is de hond niet gewoon glad? (speculatieve vraag)
Wat zou het kunnen betekenen dat de puppy zo groot is? (onderzoeksvraag)
De puppy is ook al een keer met een andere kleur bloemen gemaakt, straalt de puppy dan wat anders uit? (vraag die leidt tot een oordeel)

Antwoorden op vragen:
Waarom zou de kunstenaar de puppy hebben gemaakt? Omdat hij de opdracht kreeg om iets opvallends te maken, omdat hij zoveel van honden houdt, hij wil aan iedereen laten zien hoe mooi hondjes zijn.
Wat zou de kunstenaar bedoeld hebben met de puppy? Hij wil de hond heel fleurig laten zien door de bloemen en waarschijnlijk zo groot zodat niemand er omheen kan.
Hoe dragen de kleuren van de puppy bij aan wat je van de puppy vindt? Door alle verschillende kleuren is het een heel vrolijk kunstwerk geworden. Het is een mengelmoes van allerlei kleuren bloemen, het ziet er bont uit en vrolijk.
Waarom zouden er bloemen gebruikt zijn en is de hond niet gewoon glad? Om de hond qua kleur zo bont mogelijk te maken en zo vrolijk mogelijk. Zo wordt de hond extra bijzonder, in de zomer is hij op zijn mooist en verandert geleidelijk aan als het herfst wordt.
Wat zou het kunnen betekenen dat de puppy zo groot is? Zodat niemand om de puppy heen kan, dat iedereen er naar moet kijken. Dat je aandacht trekt voor de tentoonstelling.
De puppy is ook al een keer met een andere kleur bloemen gemaakt, straalt de puppy dan wat anders uit? Als hij zwart zou zijn, zou het niet zo’n vrolijke puppy zijn als het nu is. Of als hij helemaal rood zou zijn, zou het eerder een boze puppy lijken denk ik. Dus het maakt erg uit wat voor kleur hij heeft.

Klassiek: De wolf en de zeven geitjes

Ik denk dat dit beeld het best past bij fase 2: het mimetische stadium. Dit is een redelijk natuurgetrouwe afbeelding van de werkelijkheid. Je ziet geitjes zoals je die ook op de kinderboerderij tegenkomt. Deze plaat is ook redelijk gericht op de details, je ziet de klok en dat ze thuis zijn.
Ik denk dat het nog niet in fase 3 past, omdat de maker er niet echt gevoel in heeft gelegd en er een diepere betekenis bij heeft. De plaat is ook nog niet echt erop gericht dat ieder kind er een ander mening over heeft, omdat het niet echt over gevoelens gaat.
Vragen:
Wie is de grotere geit? (onderzoeksvraag)
Wat zie je hier? (startvraag)

Waaraan zie je dat de plaat gaat over vertellen en luisteren? (analysevraag)
Waar zijn de geitjes? (onderzoeksvraag)
Bij welk sprookje past deze plaat? Waaraan zie je dat? (analysevraag)
Waar kunnen de geitjes zich verstoppen? (speculatieve vraag)
Antwoorden op vragen:
Wie is de grotere geit? De geit zal wel ouder zijn, het zal moeder geit zijn, want die zorgt voor haar kindjes.
Wat zie je hier: Ik zie 7 kleine geitjes en 1 grote geit in een huis met het raam open. Er staat een tafel in de kamer en een grote klok.
Waaraan zie je dat de plaat gat over vertellen en luisteren? Omdat moeder haar poot omhoog  steekt (en dus aan het praten is) en de kleine geitjes naar moeder aankijken.
Waar zijn de geitjes? Ik zie een raam en twee muren om de geitjes heen. Ze zullen in een huis zijn.
Bij welk sprookje past deze plaat? Waaraan zie je dat? Het past bij de wolf en de zeven geitjes. Ik tel zeven kleine geitjes en moeder is ze aan het vertellen. Ik zie ook de wandklok staan, daar verstopt een klein geitje zich uiteindelijk in.
Waar kunnen de geitjes zich verstoppen? Ik denk onder de tafel, misschien kan er nog 1 uit het raam springen, in de wandklok en in de hoek van de kamer.

Puppy



Ruimte
Beeld van een beeld, je ziet dus ruimte. Het is een foto van het beeld dus is er zeker een beeldaspect ruimte te zien. Je ziet er geen snelheid in voorkomen, wel zie je dat het in de buitenlucht staat.

KleurDoordat het een foto is, is het kleurgebruik realistisch. Toch is er wel een contrast van de kleurrijke hond, tegenover de grauwe achtergrond van de stad.

VormDe vorm is ook realistisch, het is duidelijk een 'terrier'. 
De vorm van de hond is simpel maar toch is het duidelijk wat voor een hond het is. De vormen zijn niet de ideale verhoudingen van een terrier. De hond is veel groter dan een gewone 'terrier'.

TextuurDoor de eenvoudige vorm. Komt de textuur des te meer naar voren. De textuur is dat wat het beeld interessant maakt. Wij moesten eerst goed kijken om erachter te komen dat het volledig beeld van bloemen was gemaakt.

CompositieHet beeld staat centraal, omdat het midden op het plein staat. Het is het middelpunt van de compositie. 

Nijntje


Ruimte
Er komt geen ruimte in naar voren, omdat het een 2D beeld is. De enige vorm van beweging is de manier waarop Nijntje staat en de bal omhoog gooit.

KleurDe kleuren zijn alleen de primaire kleuren (groen, blauw, rood). Alleen het shirt en de bal hebben kleuren. Het eenvoudige kleurgebruik maakt het overzichtelijk en tegelijkertijd simpel en schattig.

VormHet lichaam van Nijntje is niet in verhouding met het hoofd, het hoofd is veel groter dan het lichaam. De reden hiervan is, omdat het zo een soort 'schattigheid' uitlokt. Bijvoorbeeld:  'Kinderen tekenen het hoofd ook veel groter.' Het spreekt daarom het kind juist aan.

Textuur
De structuur is simpel. Het zijn eenvoudige lijnen. Het expressieve gevoel hierbij is simpel (kwetsbaar) en lieflijk.

Compositie 
De compositie is ook eenvoudig. Nijntje staat in het midden en er is geen achtergrond dus is het de focus volledig op Nijntje en de bal.

De wolf en de zeven geitjes


Ruimte
Dit beeld is 3D. Er komt dus wel ruimte in voor. Je kunt zien dat er beweging in zit, omdat iedereen wat doet. Bijvoorbeeld: 'De poot van de geit.'

Kleur
Het is een schets dus is het getekend in zwart/wit. Door de verschillende grijstinten zitten er diepte in dit beeld. Het plaatje geeft ook qua sfeer en kleurgebruik een ouderwetse (klassiek) gevoel.

VormDe vormgeving van de geitjes is qua omvang en uiterlijk natuurgetrouw. De bewegingen maken het alleen onrealistisch.

Textuur
Het is geschetst en doet een beetje ouderwets aan door het streperige. De kamer heeft ook een ouderwets interieur wat dit gevoel versterkt.

Compositie
Dit beeld heeft een sterk compositie, de geitjes komen beter naar voren door de hardere lijnen (vormgeving) en de zachtere achtergrond. Op de achtergrond staan objecten, maar die zijn klein en onopvallend, zodat de geitjes op de compositie naar voren komen. 

Puppy






Titel: Puppy 
De maker: Jeff Koons
Plek: Guggenheim Museum in Bilbao
Jaartal: 1992

Beschrijving
De 'Puppy' is 12 meter hoog en het moet een 'terrier' voorstellen. Er zijn allerlei verschillende kleuren bloemen gebruikt (kleurgebruik). Jeff Koons is een beeldend kunstenaar. Hij experimenteerde met dit kunstwerk door middel van grootte, kleuren, echte bloemen en hij wist niet hoe dat verloop zou gaan. Omdat het een succes werd is dit kunstwerk vaker herhaald. 
De aandachtspunten in het beeld
·  Kleurgebruik
·  Grootte
·  Realistisch, hond

Inhoud en de betekenis van het beeld
In 1992 maakte Koons zijn eerste uit levende bloemen bestaande sculptuur, Puppy: een twaalf meter hoog schoothondje dat dat jaar als boegbeeld fungeerde voor de Documenta (belangrijkste tentoonstelling beeldende kunst) in Kassel. Zes jaar later werd dit project herhaald tijdens een overzichtstentoonstelling in het Guggenheim Museum in Bilbao. Gedurende de jaren negentig en daarna bleef Koons experimenteren en grenzen verkennen. Elke keer als hij met iets 'nieuws' kwam was dit groot nieuws in dekunstwereld. Hij experimenteerde steeds weer met dit kunstwerk.


Nijntje








Titel: Nijntje
De maker: Dick Bruna
De plek: illustratie bij het boekje 'Nijntje speelt buiten'
Jaartal: 2009


Beschrijving
Wat je op het plaatje ziet is het konijntje Nijntje die met een bal speelt. Het is een 2d beeld die volgens ons onder Modern valt. Het konijntje is eenvoudig getekend door Dick Bruna omdat dit er voor zorgt dat het konijntje schattig, simpel en duidelijk overkomt. Door de jaren heen is het konijntje ook steeds simpeler getekend. Dick Bruna's kleurgebruik is ook opvallend omdat hij alleen gebruik maakt van de primaire kleuren. Door de eenvoudigheid van Nijntje is het erg geschikt voor kinderen omdat ze direct zien wat het moet zijn. Een konijn met een bal.

Aandachtspunten in het beeld:
  • primair kleurgebruik
  • geen diepte
  • 'strakke' lijnen
  • duidelijke betekenis van het beeld
  • 2d
Inhoud en betekenis van het beeld
Het beeld is een illustratie bij het boekje 'Nijntje speelt buiten'. (zie link)
De inhoud van het plaatje is duidelijk omdat het een illustratie ter verrijking van het verhaal zelf is met als doelgroep kleine kinderen.
De vormgeving sluit aan bij de inhoud omdat de inhoud in dit geval het verhaal uit het boek is, waarbij de illustratie de vormgeving is.